Om HVAC-installateurs en eindgebruikers op weg te helpen naar efficiënte verwarmingssystemen, maakten we een checklist met criteria die de basis vormen van een uitgebalanceerd en efficiënt verwarmings- en koelsysteem. Met gerichte vragen over wat, waar, hoe, waarom en wie helpt de vragenlijst uitgebreide gegevens te verzamelen over het specifieke gebouw en de concrete vraag naar verwarming en koeling. Deze gegevens dienen dan als basis voor advies over een uitgebalanceerd verwarmings- en koelsysteem dat inspeelt op individuele behoeften.
Vraag 1: Wat voor soort gebouw is het?
De eerste belangrijke factor die de verwarmingsbelasting beïnvloedt, is het soort gebouw. Uiteraard heeft een vrijstaand huis een andere verwarmings- en koelingsvraag dan een rijhuis, een appartementsgebouw of een kantoorgebouw.
Vraag 2: Hoe wordt het gebouw gebruikt?
Afhankelijk van hoe het gebouw wordt gebruikt, kan een ander verwarmings- en koelsysteem nodig zijn. Een gezinswoning die het hele jaar door bewoond wordt, en misschien zelfs een
thuiskantoor omvat, moet anders verwarmd en geregeld worden dan een vakantiewoning die maar sporadisch in gebruik is of een kantoorgebouw waar alleen op weekdagen en overdag mensen aanwezig zijn.
Vraag 3: Waarvoor wordt het gebouw gebruikt?
Of het gebouw bestemd is voor
residentieel of commercieel gebruik maakt ook een verschil in de keuze van een efficiënt verwarmings- en koelsysteem. Hoewel verwarmings- en koeloplossingen voor woongebouwen vaak zijn afgestemd op het individuele wooncomfort en de leefgewoonten van de bewoners, moeten systemen voor commercieel gebruik, bijvoorbeeld in
kantoorgebouwen of
scholen, een binnenklimaat creëren dat de productiviteit, concentratie en het welzijn handhaaft.
Vraag 4: wat is de isolatiegraad?
Oude gebouwen met weinig of geen isolatie hebben een veel hogere verwarmings- en koelingsbelasting dan moderne of energie-efficiënt gerenoveerde gebouwen. Naast de systeemtechnologie is ook de mate van isolatie van invloed op het type, de grootte en het ontwerp van de nieuwe warmtebronnen (radiatoren, paneelverwarming, enz.)
Vraag 5: wat zijn de interne belastingen en winsten?
Naast de externe verwarmings- en koelingsbelasting, d.w.z. de hoeveelheid energie die een gebouw verliest via de buitenoppervlakken en de luchtuitwisseling, zijn er ook interne belastingen en winsten. Dit is vooral relevant in goed geïsoleerde en energie-efficiënte gebouwen (thermo-effect). Het aantal personen in een ruimte is bijvoorbeeld van invloed op de verwarmings- en koelbelasting. Elke persoon geeft ongeveer 80-100 W vermogen af aan de ruimte, afhankelijk van hun activiteit. In de winter verminderen de extra warmtewinsten de verwarmingsbelasting, terwijl ze in de zomer kunnen worden opgevangen met koeling. Elektrische apparaten hebben ook een belangrijke invloed op de warmtewinsten. Om oververhitting van de ruimten door hoge energiewinsten te voorkomen, is een snelwerkend systeem voor de overdracht van warmte en/of koude met een efficiënt en intelligent regelsysteem vereist.
Vraag 6: Is het systeem correct hydraulisch uitgebalanceerd?
Een ander belangrijk punt voor een efficiënt verwarmings- en koelsysteem is de hydraulische balancering. Water volgt altijd de weg van de minste weerstand. Bij hydraulische balancering probeert men de weerstanden zo af te stellen dat alle verwarmingsoppervlakken precies de hoeveelheid energie krijgen die nodig is overeenkomstig de verwarmings- en koelbelasting. Als de verwarmingsoppervlakken over- of onderbezet zijn, zal ook de gewenste ruimtetemperatuur over- of onderschreden worden. Hetzelfde geldt overigens voor de correct ingestelde pompkarakteristiek en verwarmingskarakteristiek bij de warmte- en koelgenerator.
Vraag 7: Zijn de verwarmingsoppervlakken correct gedimensioneerd?
Naast de hydraulische balancering moeten natuurlijk ook de verwarmings- en koelingsoppervlakken worden aangepast aan de energiebehoeften van elke ruimte. Overdimensionering van een radiator of een oppervlakteverwarmings- en koelsysteem kan tot op zekere hoogte worden gecompenseerd door het regelsysteem, maar onderdimensionering heeft tot gevolg dat de ruimte onvoldoende wordt verwarmd of gekoeld. Naast de grootte van de verwarmingsoppervlakken zelf, is de voor de warmte- en koelgenerator geschikte systeemtemperatuur bepalend voor het vermogen van de straal- en koelbronnen.
Vraag 8: Welke energieopwekker wordt momenteel gebruikt?
Een doorslaggevend criterium voor het energierendement en de duurzaamheid van een verwarmings- en koelsysteem is de harmonieuze interactie tussen de energieopwekker (warmtepomp, ketel, condensatieketel, enz.) en de energieoverdracht (radiator, ventilatorconvector, oppervlakteverwarming en -koeling, enz.) Naast de juiste energiebron (olie, gas, elektriciteit, enz.) heeft elke energieopwekker een systeemtemperatuur waarbij hij het meest efficiënt werkt. Terwijl oude lage temperatuurketels bij voorlooptemperaturen van 70°C en meer werkten, moeten condensatieketels bij maximaal 55°C en warmtepompen bij maximaal 35°C werken om een maximaal rendement te bereiken. Er is ook een geschikt energie overdrachtssysteem voor elke systeemtemperatuur. Terwijl bijvoorbeeld compacte radiatoren of kolomradiatoren bijzonder geschikt zijn voor verwarming met systeemtemperaturen boven 55°C, zijn ventilo-convectoren of oppervlakteverwarmings- en koelsystemen bijzonder geschikt voor verwarming en/of koeling met temperaturen beneden 35°C.