- Elektrische verwarming
- Hydronische verwarming
- Warmtewijzer
- Radiatoren
15 tips om je verwarmingssysteem klaar te maken voor het verwarmingsseizoen
Verwarmingsinstallatie winterklaar
Om er zeker van te zijn dat je cv-systeem perfect werkt en je radiatoren klaar zijn voor een nieuw verwarmingsseizoen, vink je deze to do's best allemaal af.
1. Maak een afspraak voor een professionele onderhoudsbeurt.
Het is een goed idee om je verwarmingssysteem minstens één keer per jaar door een HVAC-professional te laten controleren. Dat helpt verwarmingsproblemen te detecteren, zodat je eventuele problemen op tijd kunt verhelpen en je er zeker van bent dat je centrale verwarming veilig en efficiënt werkt.
2. Zorg ervoor dat je radiatoren schoon zijn.
Je radiatoren af en toe afstoffen met een licht vochtige doek of een droge microvezeldoek helpt om de warmteafgifte op een optimaal niveau te houden. Als je een ventilo-radiator hebt zoals de Ulow E2 of convectoren, is het ook een goed idee om de onderkant te controleren op stofophoping. Als dat het geval is, verwijder je het stof langs de onderkant met een stofzuiger. De behuizing hoeft niet te worden verwijderd.
3. Controleer je koolmonoxidemelder.
Hoewel het geen geïntegreerd onderdeel is van het verwarmingssysteem, is het toch een goed idee om je koolmonoxidemelder te controleren, omdat die je veilig houdt wanneer je verwarmingssysteem in werking is. Druk gewoon op de testknop om te controleren of de sensor goed werkt. Als die niet reageert, vervang dan de batterijen. Controleer ook of de datum die aangeeft wanneer de detector moet worden vervangen, niet verstreken is.
4. Controleer de warmtebron.
Als je een boiler gebruikt, kijk dan of de waterdruk niet tot onder 1 bar gezakt is. Als dat het geval is, vul dan bij om problemen met de watertoevoer te voorkomen. Als je een warmtepomp gebruikt, controleer dan of er niets de luchtstroom blokkeert, zoals bladeren of ander vuil, dat het rendement van de pomp kan beïnvloeden. Kijk tijdens het inspecteren van de warmtebron ook even naar de instellingen om te zien of je boiler of warmtepomp niet langer in de zomermodus staat en is ingesteld om zowel het warm water als het verwarmingssysteem te laten werken.
5. Controleer de thermostatische radiatorkranen.
De thermostatische radiatorkranen worden in de zomer meestal dichtgedraaid. Stel ze nu allemaal in op de gewenste temperatuur, zodat je het lekker warm houdt. In ruimtes die niet vaak worden gebruikt, kun je de radiatorkranen op een lager maar constant niveau houden in plaats van ze uit te schakelen. Zo verzeker je jezelf van klimaatcomfort binnenshuis.
6. Controleer het bedieningspaneel.
Zet de thermostaat hoger om te zien of de verwarming aangaat en de kamers daadwerkelijk worden verwarmd tot de ingestelde temperatuur. Laat hem even draaien om er zeker van te zijn dat je verwarmingssysteem volledig klaar is voor gebruik. Als je merkt dat de verwarming niet in werking treedt, raden we je aan om contact op te nemen met je plaatselijke HVAC-technicus.
7. Controleer of de radiatoren van boven naar beneden warm zijn.
Als je de thermostaat hebt aangezet en het verwarmingssysteem een paar minuten is ingeschakeld, controleer je of ze volledig opwarmen, van boven naar beneden. Als dat niet het geval is en er koude plekken zijn of de radiatoren aan de bovenkant koud aanvoelen, moet je je radiatoren ontluchten. Meer informatie over het ontluchten van je radiatoren vind je in ons thema-artikel.
Elektrische verwarming klaar voor de winter
Gebruik je elektrische radiatoren in plaats van of in combinatie met centrale verwarming? Dan zijn hier een paar tips om je elektrische verwarming klaar te stomen voor het komende verwarmingsseizoen.1. Controleer voordat je begint of de radiator is uitgeschakeld. Haal ook de stekker uit het stopcontact. Als de radiator warm aanvoelt, laat hem dan een tijdje afkoelen.
2. Controleer of er tijdens het zomerseizoen niets achter de radiator is gevallen dat de radiator kan beschadigen of de werking ervan kan verstoren.
3. Maak de radiator schoon met een licht vochtige doek of een droge microvezeldoek. Gebruik geen schoonmaakproducten met sterke oplosmiddelen.
4. Steek de stekker weer in het stopcontact en zet de radiator aan met de schakelaar.
5. Controleer of de radiator is ingeschakeld en stroom ontvangt. Op de elektrische thermostaat moeten het display en de indicatielampjes gaan branden.
6. Stel de thermostaat in zodat de radiator opwarmt door de verwarming ongeveer twee tot drie graden warmer in te stellen dan de kamertemperatuur. Het indicatielampje van de elektronische thermostaat moet gaan branden of je hoort, afhankelijk van het radiatormodel, een geluid wanneer de warmte wordt verhoogd en de mechanische thermostaat zal gaan branden. Als de radiator niet opwarmt, controleer dan of de zekering is doorgebrand of dat de automatische zekering is gesprongen en uitgeschakeld. Als de zekering opnieuw doorbrandt of als de automatische zekering springt, moet je een elektricien raadplegen om het probleem te laten verhelpen.
7. Als de radiator nu normaal opwarmt, verlaag je de temperatuur en pas je de thermostaat aan zodat je de gewenste warmte krijgt. Laat de warmte zich gelijkmatig in de kamer verdelen en pas indien nodig binnen een paar uur aan.
8. Als je een afstandsbediening of aan- en afwezigheidsregeling gebruikt, controleer dan of de aanpassingen correct zijn en breng indien nodig wijzigingen aan in de programmering en instellingen zodat je in huis de gewenste temperatuur krijgt.